Bij de zonneboiler werd al genoemd grote capaciteit, onuitputtelijk en makkelijk inpasbaar. Dit laatste geldt voor zonnepanelen nog meer omdat de panelen eenvoudig op het dak geplaatst kunnen worden en er alleen een klein kastje, de omvormer (of inverter), binnen moet worden geplaatst.

Er zijn hoofdzakelijk twee soorten:

  • De systemen met mono-, poly- of multikristallijne silicium. Deze zijn verreweg het meeste toegepast. Het zijn de blauwige (poly) of zwartgrijze (mono) panelen. Zij worden in frames op de daken geplaatst.
  • De amorfe silicium. Dit zijn een flexibele zonnecellen en kunnen daarom in veel toepassingen worden verwerkt: ronde glasvlakken,  dakbedekking etc. Het rendement is lager maar ze leveren bij bewolkte hemel weer meer stroom. In dakbedekking op een plat dak is de hellingshoek minder optimaal en zal de vervuiling wat groter zijn.

Eén zonnepaneel is ca. 1,5 m2 en heeft een vermogen van 240 tot 270 Wattpiek (Wp). Zonnepanelen kosten tegenwoordig minder dan € 2,- per Wp. De amorfe variant is ca. 25% goedkoper.  Per m2 levert een polykristallijn silicium zonnepaneel 100 tot 130 kWh per jaar. Dat is € 20,- tot € 25,- per jaar. Terugverdientijden liggen nu in de orde van 10 jaar.

De voordelen van zonnepanelen zijn:

  • Duurzame uitstraling
  • Lagere energierekening
  • Beter voor het milieu.

Zonnepanelen zijn zelf te plaatsen. Voor systemen met meer dan 600 Wp moet een separate elektrische groep worden aangelegd. Tegenwoordig zijn panelen meestal meer dan 200 Wp zodat bij drie panelen al een separate groep nodig is. Deze moet worden aangesloten door een erkende installateur.

Aandachtspunten:

  • De ideale oriëntatie is tussen zuidoost en zuidwest met een hellingshoek van tussen de 25 en 45°.
  • Zonnepanelen zijn gevoelig voor schaduw. Als één paneel in de schaduw ligt, levert de hele string (serie panelen die in serie zijn geschakeld) minder stroom.